Het komt vaak voor dat we een klant in de winkel hebben die graag wil leren haken. Soms hebben mensen al wat ervaring, en soms is het hun eerste project. Wij adviseren dan eigenlijk altijd een leuk bolletje met kleurverloop (Lang Yarns Cloud Tweed) en een grotere haaknaald. Voor het patroon dat ik nu ga omschrijven heb je voor een medium formaat sjaal maar 1 bol nodig. Wil je een grote versie dan heb je er 2 nodig. Ook ligt het er aan of je franjes wil of niet, ik zal je hier in ieder geval laten weten hoe je een ruime sjaal maakt van 2 bollen.
Hierboven zie je wat je nodig hebt. De bollen cloud tweed zijn groot, wegen 100 gram en hebben een looplengte van 260 meter. Er zit hoofdzakelijk zachte merino wol in, een deel alpaca en een deel polyamide. De draad is “gepunnikt” of gebreid, het is dus hol en is daarom heel erg licht. Het aandeel polyamide is hierin het geheim. Deze binnendraad wordt als een ketting in elkaar gezet en daar blijft alle wol en alpaca in vast zitten. Daardoor is de draad heel licht, super zacht maar ook heel erg warm.
Kijk altijd even naar de instructies op het label. Hier staat behalve de materialen die er in zitten ook een schatting van hoeveel bollen je nodig zou hebben voor een trui voor heren, dames en een kind van 10 jaar. Ook kun je hier je stekenverhouding vinden en de naalddikte die de fabrikant adviseert. In dit geval een 6 of een 7. Hierbij is het nuttig om te weten dat een 6-7 het advies is voor een trui, waarbij je een dichte stof krijgt waar je niet doorheen kijkt (zoals hieronder).
Voor een sjaal is dat precies wat wij wél willen. We willen luchtig, ruim en een tikkeltje dramatisch. In de foto tutorial hier onder zal ik je laten zien hoe je deze sjaal maakt.
Voor deze dramatische sjaal gebruik ik een 9mm haaknaald. Ik heb een ergonomics van Prym. Voor deze driehoekige sjaal beginnen we in het midden en maken we een driehoek met de punt naar beneden. Voor de foto staat de punt even naar boven maar dat komt doordat je hem zo haakt.
Maak een lusknoop en lets go!
Trek de lusknoop strak aan en maak twee lossen.
Maak in de 2e losse vanaf de haaknaald (dus je aller eerste losse) twee stokjes.
Maak een losse
Maak nu 3 stokjes in dezelfde plek als waar je de eerste twee stokjes hebt gemaakt. Dit is ons eerste basis driekhoek. Dit was toer 1. Draai het werk om voor toer 2.
Voor toer 2 maken we eerst 3 lossen. De eerste lossen van de toer moeten extra rekbaar zijn omdat je sjaal anders aan de bovenkant gaat trekken.
Maak 2 stokjes in de eerste steek. Je maakt vanaf nu altijd setjes van 3 stokjes, alleen de eerste heeft twee stokjes en 3 lossen.
Maak 1 losse en maak 3 stokjes in het gat van de onderste toer. Vanaf nu maak je tussen alle setjes van 3 stokjes 1 losse.
In de middelste plek maak je altijd 2 setjes van 3 stokjes met daar tussen 1 losse. Dit is waar de punt ontstaat.
Maak 3 stokjes in de laatste steek van de vorige toer. Dit is altijd het begin van de vorige toer, je steekt hem dus IN de 3e losse. Als je hem er onder steekt heb je kans dat je een ruimte krijgt tussen de eerste 3 lossen en de 2 stokjes van de vorige toer. Probeer het vooral uit en kijk wat je zelf mooi vindt 🙂 Draai je werk weer om voor toer 3.
Maak weer 3 lossen en maak twee stokjes in de eerste steek. Je kunt nu heel mooi zien hoe het kleur verloopt 🙂
Maak een losse en een setje van 3 stokjes in het gat van de vorige toer, maak een losse. Nu ben je weer bij het midden stuk, maak hier 3 stokjes, 1 losse en weer 3 stokjes in hetzelfde gat. Ga bij alle volgende toeren door zoals omschreven tot je bijna al je garen hebt verbruikt. In mijn versie (hieronder) kun je zien hoe het er uit ziet als je 20 toeren verder bent.
Met 1 bol heb ik 19 hele toeren kunnen maken. Aan het eind van toer 20 was mijn garen op en heb ik bol 2 gepakt. Als je dit een mooie lengte vindt kun je het zonder franjes bij 19 toeren houden, of je maakt 18 toeren en je maakt een paar franjes er aan.
Als je hem na 19 toeren niet lang genoeg vindt en ook een tweede bol wil pakken dan raad ik je aan de kleur te matchen met waar je gebleven was. In mijn geval was dat lichtroze. Let op dat je de draad aan dezelfde kant moet pakken als de vorige bol anders loopt het kleurverloop niet dezelfde richting op. Het lijkt zonde om de draad “weg te gooien”, maar bedenk je dat de kleur gewoon weer terugkomt en dat je het stuk dat je er af haalt voor de franjes kunt gebruiken.
Breek het garen af bij het stuk waar je kleur het beste overeen komt en leg het stuk dat je er af hebt gehaald weg voor later gebruik.
Ga door met haken tot je wol bijna op is. Hecht de draadjes netjes af, geef je sjaal een lekker sopje om in te ontspannen en geniet van je zelfgemaakte sjaal 🙂
Uiteindelijk heb ik besloten om geen franjes toe te voegen aan mijn sjaal. Ik heb in totaal 28 toeren gehaakt, de sjaal is lang genoeg om per ongeluk op te zitten (ruim) en hij kan ook ruim twee keer omgewikkeld worden. Ik hou van grote, ruime sjaals, maar zoals gezegd kun je hem ook een stuk kleiner maken.
Veel plezier met je sjaal!