In het kader van “life skills”, publiceren wij een reeks over sokken breien. Er zijn heel veel methoden om een sok te breien, en wij zullen twee methodes doorlopen. Een basis patroon voor sokken van teen naar boord, korte maar duidelijke GIFjes om je op weg te helpen op weg naar je eerste sok!

Er zijn veel verschillende manieren om een sok te breien, en als je voor het eerst een sok wil breien kom je soms erg veel informatie tegen. In deze reeks wil ik een aantal patronen en tips uitlichten die ik zelf vaak gebruik, of die fijn zijn als beginnend sok artiest.

Voor deze reeks heb ik een paar sokken gebreid van dubbel gehouden Lang Yarns Jawoll Twin in de kleur 511. Ik heb hiervoor 3,5mm naalden gebruikt om lekkere stevige sokken mee te breien. Rechtsboven zie je een beetje garen dat ik overheb van beide bollen.

Deze serie gaat over een sok die vanaf de teen naar de boord is gebreid, en we maken gebruik van de “Fleegle” hiel. Ik zal ook doorlinken naar het originele patroon (ook gratis en ook op een blog) zodat je het uitleg van Fleegle zelf niet hoeft te missen. Toch zal ik het hier ook een beetje uitleggen omdat het oorspronkelijke patroon in het Engels is geschreven.

Er zijn verschillende manieren om een sok vanaf de teen naar de boord te breien, en afhankelijk van het soort hiel dat je kiest moet je op een bepaald punt meerderen. Bij de Fleegle hiel is het de bedoeling dat je begint bij A en breit tot aan je been (zie de stippellijn bij B). Vanaf dat punt gaan we meerderen en een hiel breien (maar dat komt volgende week).

We gaan beginnen met het opzetten van de teen, het meerderen van de steken van de teen en het stukje voet breien tot aan stippellijn B.

Hierboven een plaatje van wat we nu gaan maken en hoe het er uit ziet. Ik heb dit paar sokken gebreid voor mijn man, schoenmaat 41-42. Ze zijn breder dan ik ze voor mezelf zou maken, en ook langer want ik heb zelf maat 38. Zelf zet ik graag 10 steken op voor het begin, maar als je ze puntiger wil hebben kun je minder steken opzetten en meerderen tot je bij het aantal steken bent voor je voet.

In dit voorbeeld zetten we 10 steken op voor de teen en meerderen we tot we in totaal 48 steken hebben verdeeld over 2 naalden. Ik gebruik de magic loop methode waarbij je een rondbreinaald pakt en de lus er halverwege uithaalt. Ik heb hierbij dus 24 steken per naald.

Allereerst maken we een lus zonder knoop. Ook hier zijn veel methodes voor, maar ik doe het zoals weergegeven wordt in het GIFje hierboven. Het maakt niet uit welke methode je kiest als je de knoop er maar uit kunt halen want je wil niet dat er een dikke knoop in je sok zit bij je tenen!

Zet je lusje op een naald en trek hem aan tot hij netjes strak zit. Je tweede naald leg je er onder, en je draait je draden van voor naar achter over je beide naalden. Dit heet de Turkse opzet en we herhalen dit tot er 10 lusjes op je naalden zitten (en dus je eerste lus maar die tellen we niet mee). Het beste is om de draad iets schuin over je naald te draaien zodat het niet te strak wordt. De eerste toer bij de teen is soms een beetje een gepriegel, dus iets meer ruimte is beter dan te strak. Je kunt aan het eind (of na een paar toeren) altijd de steken nog een beetje aantrekken als het te los is geworden. Daarom halen we die knoop er ook uit.

Houd de draad geklemd tussen je vinger zodat de lussen niet door elkaar gaan. Terwijl je ze goed vast hebt trek je de onderste naald er uit zodat je ermee kunt gaan breien. Brei de steken zoals je dit normaal zou doen.

Als je bij het eind bent gekomen, draai je je werk weer om. Je trekt de onderste naald er weer uit en voordat je gaat breien haal je het knoopje uit de eerste lus en leg je de draad links over je draad waar je mee gaat breien. Zo zorg je ervoor dat je begindraadje “in” de sok terecht komt. Brei de volgende toer tot het eind.

Nu heb je de opzet voltooid. Brei nu 1 toer (dat is dus 2 naalden). Als je het fijn vindt kun je een stekenmarkeerder hangen aan de kant waar je toer begint.

Nu gaan we meerderen voor je voet. Het aantal steken hierbij is niet heel belangrijk. Het gaat er om hoe het zit. Als je maat 41 hebt kun je mijn patroon aanhouden, heb je kleinere voeten, dan is het een idee om iets minder steken te meerderen.

Het meerderen werkt wordt verdeeld over 2 toeren. Bij de eerste toer meerder je 4 steken door een omslag te maken (ik zal het zo laten zien in een GIFje). Bij de tweede toer brei je de omslag gedraaid zodat je niet een gaatje ziet, maar een dichte steek. Het is bij de omslag links en rechts belangrijk dat je ze niet op dezelfde manier verdraait (zie je zo ook in een GIFje)

Meerderen toer 1: Brei 1 steek, maak één omslag, werk tot de laatste steek, maak één omslag en brei laatste steek. Herhaal dit op de tweede naald

Om de steken mooi en symmetrisch te laten verlopen moet je de linker en rechter omslag anders breien. De rechter steek moet naar links wijzen en de linker steek moet naar rechts wijzen. Als symmetrie niet zo’n belangrijk punt voor je is kun je natuurlijk ook alle omslagen hetzelfde breien, maar je linker meerderingen zullen er dan anders uitzien dan je rechter meerderingen. Dit is voor een sok niet zo erg, maar als je deze techniek gebruikt voor bijvoorbeeld een raglan trui, dan is het mooier als je ze toch zo doet.

Rechter meerdering: zoals hierboven in het GIFje te zien is brei je de eerste meerdering gedraaid via de achterste lus. Zo draai je de omslag dicht en wordt het niet een gaatje maar een dichte steek. Brei je hem van de voorste lus, dan wordt het een gaatje. Leuk voor ajour patronen, maar niet voor je sok.

Om de linker meerdering naar rechts te laten wijzen moeten we hem vanaf de andere kant breien. Maar we hebben de omslag op dezelfde manier gemaakt, dus draaien we hem om voor het breien. Je haalt hem van je linkernaald af alsof je averecht wil breien, dan zet je hem weer terug op de linkernaald door de linkernaald in de achterste lus te steken. Zo ligt het achterste lusje voor in plaats van het voorste lusje. Nu brei je hem via de voorste lus (zo draai je hem), en brei je tot het eind.

Even korte uitleg waarom we deze methode gebruiken. Net als dat er veel soorten hielen en tenen zijn, zijn er ook veel soorten meerderingen. In mijn ervaring werkt deze methode met dikker garen het beste omdat het de steken er onder niet strakker maakt. Als je een methode gebruikt waarbij je de steek er onder moet pakken of de ladder tussen de steken er onder moet verdraaien, dan trek je de toer er onder strakker. Met dun sokkengaren is dit misschien niet zo’n probleem, maar werk je met dubbel gehouden draad of met dikker sokkengaren, dan trek je de toer er onder strak genoeg om het te kunnen zien. Je krijgt daardoor

1: minder mooie meerderingen
2: om en om grote en kleine steken aan de zijkanten

Allebei geen ramp, maar esthetiek wil ook wat haha

In de foto hierboven zie je een close-up van de meerderingen van de teen. Je ziet een dunne rand voor de steken aan de zijkant (de eerste en laatste steek) en je ziet netjes de steken “ontstaan” en recht naar boven gaan. Dit is het effect als je de meerderingen verdraait naar links of naar rechts.

Voor mijn sok heb ik gemeerderd tot ik van 10 steken per naald naar 24 steken per naald ben gegaan. Ik heb dus 7 keer gemeerderd en 7 toeren recht gebreid.

Wanneer je klaar bent met de teen brei je alle steken recht tot je bent aangekomen bij stippellijn B op jouw voet. Mocht je je sok passen en je vindt het wel lekker zitten maar te los, dan is het ook een optie om de bovenkant van je steken in boordsteek te breien (1 recht, 2 averecht, *2 recht, 2 averecht*, 1 recht bijvoorbeeld) Zo trekt je sok wel iets strakker, maar heb je wel genoeg steken.

Volgende week gaan we verder met stap 2! Heb je vragen of kom je er niet uit? laat vooral een berichtje achter! Veel plezier met je teen!

Written by

lilirious

Breifanaat, haakgek, vezelverslaafd.. meer van dat soort dingen :)